Rode en blauwe stoelen
Tijdens mijn vakantie op Curaçoa moest mijn vriend naar het postkantoor. We trokken een nummertje uit het apparaat en kozen een stoel om te wachten tot we aan de beurt waren. Er waren rode en blauwe stoelen, ik koos voor een rode stoel, ik vind rood een mooiere kleur dan blauw dacht ik bij mezelf. Toen ik daar even zat keek ik wat om me heen en tot mijn verbazing zag ik dat alle vrouwen op een rode stoel zaten en alle mannen voor een blauwe stoel hadden gekozen. Dit gegeven fascineerde me, bij iedereen die binnenkwam keek ik waar hij of zij voor koos. Alle vrouwen bleven voor de rode stoelen kiezen alle mannen voor de blauwe stoelen. Hoe vrij was mijn keuze voor de rode stoel vraag ik mij af. Ik ben bang dat het totaal niet vrij was.
Ons hele leven lang worden ons dingen verteld, voorgespiegeld, in schrift getoond. Onze eigenheid is lang niet zo eigen als we zouden willen. Op een moment in je leven kun je daar last van krijgen. Je probeert te voldoen aan een beeld van anderen of aan beeld die je voor jezelf hebt gemaakt waar je aan moet voldoen. Eigenlijk kun je alleen maar falen, het put je uit en geeft je een negatief zelfbeeld.
Paarden leven hun leven, ze zijn wie ze zijn en doen wat ze doen. ze hebben geen verborgen agenda. Door hun natuurlijke gedrag zien ze wie je werkelijk bent, wat je voelt, wat je beperkt en ze zien je kwaliteiten. Dit doen ze zonder oordeel, wel zo fijn.
We willen graag voldoen aan het beeld dat we willen dat mensen van ons hebben. wat een zin hé, maar er staat echt wat ik bedoel. Door alles wat we hebben gezien, gelezen, gehoord, geleerd, tot ons hebben genomen, hebben we een ideaalbeeld van ons zelf geschapen. Een beeld waar we aan willen voldoen, wat over het algemeen niet te doen is. Sommige mensen hebben hier geen last van maar veel mensen gaan hier gebukt onder.
Ik moet denken aan de oudste zoon van mijn zus. Hij is nu een volwassen man. Als klein kind was hij zo ontzettend puur, hij genoot van het leven, zong uit volle borst en zei wat er in zijn lieve bolletje om ging. hij lachte voor mijn gevoel altijd en was heerlijk spontaan. Dit veranderde toen hij naar school ging. 1 moment staat me bij. Hij zat aan zijn tafeltje in de klas toen we hem van school kwamen halen. Toen hij ons zag sprong hij op een brede lach op zijn gezicht en hevig zwaaiend naar ons. Direct kreeg hij een standje van zijn juf en moest hij gaan zitten. Spontaniteit wordt zo de kop ingedrukt, al begrijp ik dat het voor leraren niet te doen is dat 30 kinderen telkens opspringen en gaan zwaaien.